Is hiërarchie nog wel zinvol?

Platte organisaties hebben de toekomst. Zo lees je overal. En toch… Er wordt aan voorbij gegaan dat het ‘op kunnen klimmen’ en binnen een organisatie en een ‘mooie functie te bekleden’ voor veel mensen nog steeds een van de belangrijkste motivatoren is.
Zo was ook ooit een van mijn motivatie om naar de universiteit te gaan en daar 6 jaar te studeren, dat je dan een titel zou krijgen. In mijn geval was het ‘Meester in de rechten’.
Op de universiteit kwam ik erachter dat je niet eerst afgestudeerd hoefde te zijn voor een titel. Je kon bijvoorbeeld ook bestuurslid van een studentenvereniging worden. En dat was dan toch anders dan dat je gewoon ‘lid’ was. Ik vond dat wel wat, dus binnen een jaar was ik bestuurslid.
Later heb ik een debatvereniging opgericht. En toen kon ik helemaal los gaan. Als oprichter noemde ik mezelf President of the ‘Erasmus Debating Society’.
Ik was 23, en voelde me heel wat.
Een jaar later was ik afgestudeerd, en en ook nog eens Meester in de Rechten. Ik kon mijn geluk niet op. Er was alleen één hobbel. Ik moest nog in militaire dienst.

Onderaan de ladder

Dat was behoorlijk ontnuchterend. Want ik begon gewoon weer onderaan de ladder, als ‘soldaat’, om vervolgens weer met veel pijn en moeite het tot ‘sergeant’ te schoppen.
Na het leger, was mijn eerste professionele baan ‘Marketing Assistent’. Toch wel iets anders dan ‘Sergeant’ of ‘President’. Weer even slikken.
Ik had altijd het idee dat als ik verder de ladder op zou klimmen dat dan alles beter zou worden. Ik zou en moest iets bereiken in het leven.
Ik ben toen een loopbaanplan gaan maken. Met een strakke planning. Binnen 5 jaar zou ik manager zijn. Na jaren hard werken was het me ook gelukt om manager te worden. En ook nog eens met een mooie titel: ‘Strategic Brand & Marketing Manager’, met bijpassend salaris, en leaseauto.
En toen verloor ik mijn baan.
En daar zat ik dan. Met mijn CV vol met functies en titels. Wat te doen? Ik merkte dat ik geen motivatie meer kreeg door ‘hogerop’ te willen komen, ergens anders te willen zijn dan waar ik nu ben.
Toen heb ik een besluit genomen. Ik ga mijn motivatie halen uit de dingen die ik nu doe, en niet uit een (toekomstige) welluidende functie.

Dichter bij mezelf

Het loopbaanplan had ik aan de kant gegooid. Mijn doel was om het dichter bij mezelf te zoeken. En de route die ik koos was voor mezelf te beginnen. Ik merkte ik schrijven en spreken leuk vond en ben toen eigenlijk als vanzelf naar van ‘trainer’ toegegroeid, want daarin kon ik materialen ontwikkelen en presenteren voor een groep.
Werken in een organisatie, en dicht bij mezelf blijven, waren voor mij onverenigbare grootheden. In de organisaties waarin ik gewerkt had, wilde ik altijd hogerop, maar daarbij moest ik dan concessies aan mezelf doen. En toch, ik realiseer me wel dat ‘op kunnen klimmen’ wel motiveert. Maar hoe je dan toch kan blijven doen wat bij je past, daarop vond ik geen antwoord.

Holacracy?

Op een gegeven moment ging ik me verdiepen in zelfmanagement en zelforganisatie. En het bleek dat ‘zelfmanagende’ organisaties wel degelijk groeiperspectief kunnen bieden dat motiverend is voor werknemers. Een van de manieren om aan zelfmanagement te gaan doen is de methode die we in Getting Teams Done behandelen (Holacracy)
Ineens begon ik het te zien.
Als je in plaats van met vaste functies met flexibele rollen gaat werken, dan is er ook geen ‘ladder’ of ‘piramide’ meer om te beklimmen. De organisatie structuur staat meer niet gebijteld in beton, maar verandert voortdurend, net zoals een adaptief (eco)systeem zoals een bos of het menselijk lichaam.
Dit is geen theorie.
Het wordt al in veel organisaties met succes toegepast, en het is een van de redenen dat hiërarchische ‘corporate’ organisaties het heel moeilijk gaan krijgen.
Maar wat ik belangrijker vind is dat sinds ik Holacracy beoefen, en mezelf bewuster vanuit flexibele rollen aan laat sturen, ik merk dat er wel degelijk iets onstaat waarmee je ook een verschil begint te zien tussen jezelf en anderen in een organisatie. En dat verschil, je kan het ook ‘hiërarchie’ noemen, wordt namelijk heel duidelijk in het soort, en het aantal rollen dat je op je kan nemen.

Toch gelijker dan anderen

Je bent allemaal gelijk, maar met meer en ‘diepere’ rollen ben je toch gelijker dan anderen. En anders dan in een traditionele hierarchie, waar mensen in bepaalde functies op een pijnlijke manier niet ‘op hun plaats’ zitten, zijn flexibele rollen een veel realistischer weergave van iemands ‘positie’ in een organisatie.

Is hiërarchie dan nog zinvol?

Niet als het een manier is om de bestaande structuur krampachtig in stand te houden. Wel als je een hierachie (verschil) ziet in de manier waarop sommige mensen vanuit hun rollen meer bijdragen aan het ‘hogere doel’ van de organisatie dan anderen.
Hoe je een team of een organisatie met flexibel rollen in kunt richten, kan je lezen in ons boek Getting Teams Done.

Download gratis deze whitepaper